‘You’re not an asshole, Mark. You’re just trying so hard to be.’: Gender in “The Social Network”

Leestijd 13-18 minuten

In 2010, amper zeven jaar nadat in een studentenhuis in Harvard onbewust de eerste hand wordt gelegd aan wat later facebook.com zal worden, komt een film in de zalen die het verhaal vertelt van die oprichting: The Social Network. Uit de interessante ontstaansgeschiedenis en daaropvolgende rechtszaken puurt ervaren scenarist Aaron Sorkin, die onlangs debuteerde als regisseur met Molly’s Game, een script waarin regisseur David Fincher zijn voorliefde voor waargebeurde verhalen (zie ook Zodiac) en zijn interesse voor de valkuilen van de laatmoderniteit en het laatkapitalisme (zie ook Seven en Fight Club) kan combineren.

Zoals het een film over waargebeurde feiten betaamt, gaat de film in de manier waarop het verhaal gerepresenteerd wordt verder dan de strikte feiten, door bijvoorbeeld de montage, sfeerschepping, focus, en uitwerking van de personages. De titel verwijst niet alleen naar de sociaalnetwerksite facebook.com, maar evenzeer naar het (niet-digitale) sociale netwerk van hoofdpersonage en oprichter Mark Zuckerberg en zijn vrienden. Facebook wil als online medium echte sociale interactie echoën, terwijl de film de sociale interactie van de oprichting ervan wil representeren.

Toxische mannelijkheid in de laatmoderniteit en het laatkapitalisme

Fincher en Sorkin gaan in The Social Network in op vriendschap en relaties in de laatmoderniteit, op de complexe implicaties van sociale media, en –misschien wel vooral– op genderverhoudingen in een 21ste-eeuwse westerse samenleving. Die genderverhoudingen zijn bijna nergens expliciet maar overal impliciet aanwezig. Kort samengevat vertelt de film het verhaal van enkele mannelijke studenten aan de universiteit van Harvard die zich afvragen ‘How do you distinguish yourself in a population of people who all got 1600 on their SAT’s?’, en elkaar daarvoor herhaaldelijk een mes in de rug planten. Met behulp van Facebook proberen de mannen elk op hun eigen manier zich te onderscheiden, prestige voor zichzelf te verwerven en op een bepaalde manier hun mannelijkheid te bestendigen, en dat in een laatmoderne en laatkapitalistische context.

De personages worstelen met de beperkingen van een laatmoderne mannelijkheid. Tot enkele decennia geleden konden mannen zichzelf bewijzen als hoofd van het gezin, in sport, geweld en oorlog, kortom: als uitgesproken alfamannetje. Onder meer door feministische en pacifistische ideeën en door de focusverschuiving van fysieke arbeid naar intellectuele arbeid leidt zulk gratuit machogedrag in de laatmoderniteit niet meer ondubbelzinnig tot aanzien. Sommige gendertheoretici spreken daarom van een ‘crisis in masculinity’. Mannen over de hele wereld moeten (haast bewust) op zoek naar andere manieren waarop ze hun mannelijkheid kunnen beleven. Daarbij komt dat laatkapitalisme nieuwe poorten heeft geopend voor mannen om zichzelf te bewijzen. Rijk worden, ondernemen, aan het hoofd van een bedrijf staan, kortom: ‘het maken’, dragen in de 21ste eeuw rijkelijk bij tot de status en het aanzien van de echte man.

De nieuwe invullingen van mannelijkheid die door dit alles ontstaan, komen aan bod in The Social Network, met alle gevolgen van dien. De machiavellistische prestigedrang, de nefaste gevolgen voor de vrouwelijke personages en de emotionele en morele tol die de mannelijke personages betalen voor de bestendiging van hun mannelijkheid maken van laatmoderne mannelijkheid een niet minder toxische variant dan de traditionele machomannelijkheid, zo illustreert de film.

Facebooks notoire voorloper: Facemash

Nog voor de personages zich in Facebook storten, illustreert het ontstaan van diens voorloper Facemash de scheefgetrokken genderverhoudingen in het upper-class studentenleven aan Harvard, waar de personages diep in ingebed zijn. Aan het einde van de snel gemonteerde, spitante openingsdialoog, waarin Mark Zuckerberg zijn toenmalige vriendin Erica Albright herhaaldelijk beledigt, maakt Erica een einde aan de relatie, in een plotse, statige close-up: ‘You’re going to go through life thinking that girls don’t like you because you’re a nerd. And I want you to know, from the bottom of my heart, that that won’t be true. It’ll be because you’re an asshole.’ Mark voelt zich in zijn eer gekrenkt en op zijn kamer, die hij deelt met enkele mannelijke medestudenten, begint hij in een mannen-onder-elkaar-sfeertje aan zijn weinig smaakvolle wraakproject Facemash. Met behulp van gehackte studentenlijsten van Harvard en een logaritme uit het schaken ontwikkelt hij een site waar telkens twee vrouwenfoto’s op verschijnen waartussen de bezoeker moet kiezen. Het hoeft niet te verwonderen dat deze onderneming Zuckerberg op heel wat kritiek komt te staan. Niet alleen heeft hij de streng beveiligde studentenlijsten gehackt, maar vooral: Facemash is intrinsiek objectiverend en beledigend voor vrouwen en de gebruikte foto’s zijn zonder toestemming gebruikt. Voor het eerst, maar niet voor het laatst in de film laat een van de personages zijn mannelijke eer primeren op de sociale en emotionele gevolgen voor anderen.

In het Tindertijdperk heeft de Facemashscène nog een extra lading gekregen. Op Tinder en gelijkaardige datingapps staan weliswaar zowel vrouwelijke als mannelijke foto’s, waarvoor de gebruikers hun toestemming gaven, maar de kern is dezelfde: digitaal aangeven of iemand al dan niet aantrekkelijk is op basis van een foto. Van dergelijke uiterlijkgeoriënteerde datingapps wordt vaak gezegd dat ze in se niet verschillen van de aantrekkingsdynamieken in de echte wereld. De montage in The Social Network bij de lancering van Facemash suggereert een gelijkaardige gedachte, zij het op een weinig positieve manier. Beelden van Marks kamer worden de hele scène lang afgewisseld met beelden van een feest van de exclusief mannelijke studentenclub Phoenix. Op dat feest worden slechts een aantal vrouwen door de bodyguard binnengelaten op aangeven van enkele leden van de club – vrouwen die ten opzichte van hun medestudentes worden beoordeeld op hun uiterlijk. Eenmaal op het feest zien we beelden van vrouwen die elkaar kussen, in ondergoed op de tafel dansen of strippoker spelen, telkens omringd door (juichende) mannelijke studenten, die als het ware het publiek vormen. Er is een duidelijke analogie met de daarmee afgewisselde beelden uit verschillende studentenkamers: mannen onder elkaar, eveneens alcohol drinkend en in feeststemming, die op hun laptop Facemash bekijken.

Facemash, impliciet maar ondubbelzinnig gerepresenteerd als een objectiverend en misogyn medium, wordt door de montage dus gelinkt aan de studentenfeesten, waar de male gaze en de seksualisering van vrouwen evenzeer de boventoon voert. De camera en mise-en-scène hoeden zich ervoor dat te expliciet te doen, waardoor de film de kritiekloze en onverschillige houding van vooral de mannelijke studenten én kijkers extra onderstreept. Zonder de analogie met het misogyne Facemash zou een dergelijk studentenfeest, met de quasi ingeburgerde bijhorende objectificatie van vrouwen, simpelweg gepercipieerd worden als een realistische representatie van een studentenfeest. De montage brengt de objectificatie naar de voorgrond en stelt haar in vraag. Meer nog, het plaatst ernstige vraagtekens bij de kritiekloze aanname van objectificatie als norm: wat iedereen beschouwt als een neutraal en onschadelijk studentenfeest is niet neutraal en onschadelijk. Het hyperobjectiverende concept van Facemash, vrouwen tegen elkaar afwegen op basis van hun uiterlijk, blijkt niet meer dan een explicitering van wat op elk studentenfeest gebeurt. Van Facebook, dat na wat omwegen uit Facemash ontstaat, wil Zuckerberg zelfs bewust een surrogaat voor het echte leven maken: ‘I’m talking about taking the entire social experience of college and putting it online,’ klinkt het. En dat echte leven, het studentenleven in het bijzonder, draait in de eerste plaats maar om één ding: ‘“Relationship Status”, “Interested In”. This is what drives life at college. Are you having sex or aren’t you.’

figuur1

De sterk mannelijk georiënteerde visie op seksualiteit en genderverhoudingen schemert door in de kantoren van Facebook. Vrouwen lijken systematisch uitgesloten te worden van een job bij Facebook (behalve eenmaal als administratief stagiaire), vanuit een superioriteitsgedachte rond het mannelijke intellect. De groep programmeurs blijft doorheen de evolutie van Facebook homogeen mannelijk en als vrouwen willen meewerken, worden ze afgewezen. In hun geïmproviseerde kantoor/vakantiehuis in Sillicon Valley zijn vrouwen vaak wel aanwezig, onder meer op feestjes, maar zij lijken haast decorstukken, onderdeel van de coole start-upsfeer. Als Eduardo bijvoorbeeld terugkomt van zijn trip naar New York zitten twee vrouwen in de zetel te gamen, daarbij herhaaldelijk door de mannen becommentarieerd en aangespoord tot druggebruik. Er is sprake van een bizarre doorgedreven objectificatie: vrouwen die zichzelf entertainen vormen het entertainment voor de mannen. De aanwezigheid van vrouwen moet vooral een bewijs van hun mannelijk succes en mannelijke cool zijn.

Mannen, prestige en mannelijk prestige

Waar de eerste scènes van de film iets vertellen over de verhoudingen tussen vrouwen en mannen, gaat de rest van de film eerder in op de verhoudingen tussen mannen onderling. Dat de personages allen een vorm van laatmoderne, toxische mannelijkheid onderschrijven, betekent nog niet dat ze allemaal een identiek traject kiezen. Ze bevinden zich op het fluïde kruispunt van laatmoderne en laatkapitalistische leefwerelden zoals het ondernemerswezen, de upper-class, de universiteitscontext en de ict-wereld, die in de masculinity studies en daarbuiten bekend staan om hun masculiene of zelfs machistische sfeer. De identiteiten die ze daar ontwikkelen, leunen dicht bij elkaar aan, maar waar ze verschillen, veroorzaken ze grote botsingen. De hoofdpersonages vormen zo een soort catalogus van mogelijke trajecten van laatmoderne mannelijkheid.

Mark Zuckerberg kiest voor zijn intellectuele vermogens, meer bepaald zijn ict-kennis, om zich als man te onderscheiden. De vele macho intellectuele krachtmetingen en de denigrerende opmerkingen over de intellectuele capaciteiten van vrouwen, maken duidelijk dat intellect en computervaardigheid van belang zijn voor de mannelijke ego’s. Facebook is Marks persoonlijke masculinity-project; het voldoet aan bijna alle eisen van een laatmoderne mannelijkheid: prestige, competitie, economisch succes, coolness, objectificatie van vrouwen, intellectueel vermogen en technologie. In de discussies rond het geld- en winstaspect van Facebook, staat voor Mark de coolness van het medium centraal. Hij wil de geschiedenis ingaan als de hyperintellectuele oprichter en bedenker van een coole technologische vondst, in de lijn van iemand als Bill Gates, die overigens ook in de film te zien is.

De tweelingbroers Cameron en Tyler Wincklevoss en hun vriend Divya Narendra zoeken het wat traditioneler en spelen hun atletisme, rijkdom en looks uit. De drie komen uit zeer rijke families en studeren aan Harvard, en de imposante Wincklevossbroers roeien in het universiteitsteam, maar het is tekenend dat ze desondanks serieus in hun eer gekrenkt zijn wanneer Zuckerberg met hun idee voor een sociaal netwerk aan de haal gaat. Het hele Facebookverhaal kwetst hen in die mate omdat, zoals Mark het verwoordt, ‘for the first time in their lives, things didn’t work out the way they were supposed to for them’. De camerastandpunten flatteren steeds de imposante gestalte van de tweeling, terwijl de schriele Mark doorgaans uit vogelperspectief wordt gefilmd, maar intellectueel is het Mark die aan het langste eind trekt. Ze moeten vaststellen dat een ‘nerd’ op dat vlak beter is dan zij en dat het meeste prestige anno 2004 toch voor anderen is weggelegd ondanks hun sportprestaties, prestigieuze studies en upper-class achtergrond.

Eduardo Saverin, co-founder en voormalige beste vriend van Zuckerberg, en Sean Parker, zijn de meest economisch en laatkapitalistisch ingestelde betrokkenen, zij het op een verschillende manier. Eduardo studeert economie en ziet Facebook als een bedrijf, vanuit zijn positie als CFO. Hij maakt zich druk om het gebrek aan advertenties en inkomsten, niet zozeer omdat hij uit is op geldgewin maar omdat hij zijn taak als econoom wil volbrengen, en dan vooral ten opzichte van zijn vader, voor wiens oordeel hij duidelijk bang is. Sean ziet Facebook dan weer als een hippe start-up, eerder dan als een bedrijf. Waar Zuckerberg uit is op een reputatie als die van Bill Gates, is Sean eerder het excentriekere Steve Jobs- of Elon Musktype, toonbeelden van laatkapitalistische cool. De eerste keer dat Sean Mark, Eduardo en diens vriendin Christy ontmoet, wordt het alomtegenwoordige charisma van Sean geïllustreerd in brede shots van hem aan de ene kant van de tafel, terwijl de andere drie in een shot gepropt moeten worden aan de overkant. Strikt genomen heeft hij weinig aan Facebook toe te voegen –hij mist de informaticakennis van Mark en de economische kennis van Eduardo– maar dankzij zijn charisma slaagt hij er uiteindelijk in om Eduardo uit de weg te manoeuvreren en zo de tweede grootste persoon binnen Facebook te worden.

figuur2

Alle zes de hoofdpersonages gaan op hun eigen manier op zoek naar prestige en komen in die strijd met elkaar in botsing. Zowel op het macroniveau binnen de hiërarchie van Facebook, als op het microniveau in de constante discussies, wederzijdse beledigingen en intellectuele krachtmetingen, proberen hun ego’s hun mannelijkheid te bestendigen. Zeker Mark en Eduardo vertonen weliswaar neigingen tot goedhartigheid, bijvoorbeeld in hun tragische vriendschap, maar hun ego en drang naar zelfbevestiging staan dat in de weg. Mark begint Facebook pas echt serieus te nemen als het hem niet lukt om de aandacht van de final clubs te trekken, en als Eduardo bovendien wel toegelaten wordt tot zo’n exclusieve studentenvereniging vormt dat een knauw in Marks ego die hun vriendschap te gronde zal richten. Mark is extra geprikkeld om via Facebook de faam te maken die hij via de final clubs is misgelopen en zal Eduardo, aangespoord door Sean, uiteindelijk aan de kant schuiven.

Een keuze tussen prestige, roem en bevestiging enerzijds en ethiek en gezonde relaties anderzijds lijkt voor de mannen in The Social Network –en in de laatmoderniteit in het algemeen (?)– nauwelijks te vermijden. Advocate Marylin Delpy vat die tragiek samen als ze aan het eind van de film varieert op Erica’s uitspraak uit de openingsscène: ‘You’re not an asshole, Mark. You’re just trying so hard to be.’

Erica Albright en de vrouwen

Te midden van het slagveld houdt één personage zich opvallend staande: Erica Albright. In een omgeving waar rede en heldere beslissingen zogenaamd weggelegd zijn voor mannen, is Erica kennelijk de enige die zich redelijk en helder gedraagt. Ze neemt de patriarchale organisatie van het (studenten)leven niet kritiekloos aan en biedt al in de openingsscène weerwerk tegen het hautaine mannelijke standpunt van Mark, die zich net als de andere personages met een vaste relatie dominant en zelfs denigrerend tegenover haar gedraagt. De openingsscène toont niet alleen een dialoog tussen twee geliefden; de twee representeren hun gender en de bijhorende kijk op het studentenleven.

In de reacties op Facemash zijn die genderverschillen duidelijk. De mannen zijn laaiend enthousiast, terwijl de vrouwen duidelijke afkeuring laten blijken. Die montage illustreert niet alleen de vrouwonvriendelijkheid van Facemash maar ook het totale gebrek aan protest bij de mannelijke studenten, die er allemaal gretig aan meedoen. Erica is overigens de enige in de hele Facemashsequentie die noch aan het feesten is, noch op haar laptop zit; in tegenstelling tot alle anderen, ook de zogezegd intellectueel superieure mannen, is zij rustig aan het lezen. Als Mark Erica later tegenkomt op restaurant, somt ze kort en duidelijk op wat er zo bezwarend aan Facemash was en wenst ze Mark nog veel succes met zijn ‘videogame’, zijnde Facebook. Het weerwerk tegen de ijskoude en allesverwoestende egostrijd komt dus van de weinige vrouwen in de film, die een rationeel-ethisch tegengewicht verlenen aan het hun omringende patriarchaal discours.

figuur3

De tol is hoog

In de slotscène zit Mark alleen in een kantoor en hij besluit Erica een vriendschapsverzoek te sturen. De real-life caféconversatie uit de openingsscène is een digitale communicatie geworden, en het is nog steeds Erica die de bovenhand heeft. Het opschrift ‘Mark Zuckerberg is the youngest billionaire in the world,’ impliceert een triomf voor zijn mannelijke, laatmoderne ego, maar het bijhorende shot van een melancholische Mark, wachtend op Erica’s antwoord, is allesbehalve triomfantelijk.

figuur 4

De mix van laatmoderne en genderdrijfveren die de acties van de hoofdpersonages sturen, leveren hen een groot aanzien op in ict-, Harvard- en economische context, maar op andere vlakken heeft het ingrijpende negatieve gevolgen. De relaties, vriendschapsbanden en morele integriteit, vooral die van Zuckerberg zelf, hebben een flinke knauw gekregen. Facebook heeft op dat moment een ledenbestand van een half miljard gebruikers, Zuckerberg heeft een vermogen van 1 miljard dollar, maar de emotionele en relationele tol is schrijnend hoog. Niet voor niets luidt de tagline van de film ‘You don’t get to 500 million friends wothout making a few enemies’.

Geschreven door Ben De Smet