De Boze Heks in The Wizard of Oz die kermend ineenzakt en verdampt tot er enkel een donkere, walmende poel van kleren overblijft. Of de nazi’s in Raiders of the Lost Ark die bij het openen van de kist vergaan als wassen poppen voor een vuurhaard. Wijd gesperde bekken, ijzige kreten. Wat een manier om aan je einde te komen in familiefilms. Als kind kreeg je er nare dromen van en toch kon je niet wegkijken.
Uit die eeuwenoude afkeer en gelijktijdige fascinatie voor de aftakeling van het menselijke lichaam kweekten de riolen van de mainstreamcinema in de jaren tachtig een eigen soort body horror, zogenaamde ‘melt movies’, aangestoken door de proliferatie van lowbudgetextremiteiten op videocassette. Tastbaar en visceraal. Denk David Cronenberg maar dan zonder zijn artisticiteit en intellect. Voor het digitale tijdperk zich aandiende, gaven praktische special effects vorm aan groteske taferelen van druipend, exploderend, ineenvallend en smeltend vlees. Beelden die ‘melt movies’ gretig al dan niet overtuigend uitbuitten.
Twee van de meest beruchte voorbeelden zijn Street Trash (J. Michael Muro, 1987) en Society (Brian Yuzna, 1989). In wezen gaat het om gestoorde en paranoïde donkere satires, provocatief en subversief van aard. Street Trash volgt een aantal kwaadwillige daklozen in en rondom een New Yorkse schroothandel wanneer ze stoten op een krat vol toxische drank. Net zoals de verloederde buurten van de stad zelf kwijnt het straattuig stuk voor stuk weg, letterlijk gereduceerd tot afval. Society voert dan weer een freakshow op binnen de verdorven hoogste kringen van Beverly Hills waarin men zijn lusten ook botviert op onschuldige buitenstaanders. Niet het smelten maar samen(ver)smelten staat centraal in de rites van de incestieuze elite hongerig naar macht en seksueel genot.
Beide werelden kunnen niet verder uit elkaar liggen, maar STREET SOCIETY TRASH brengt de lowlives en upperclasses, laag en hoog, op wansmakelijke wijze samen in dezelfde existentiële nachtmerrie. De transparante filmlaag is nu eens een venster, dan weer een spiegel. In het heetst van de klassenstrijd wordt iedereen teruggebracht tot een primordiale smurrie.
Gemaakt en geschreven door Tim Maerschand,
winnaar van de De Body Stuff wedstrijd, i.s.m. KASKcinema.