Leestijd 7-9 minuten
De Nieuwe Eerlijkheid. Het doet waarschijnlijk geen belletje rinkelen bij de gemiddelde filmfan. Toch is het een vitale term voor de recente filmgeschiedenis, en omvat het een heel scala aan populaire films uit de late zeroes en 10 van deze eeuw. Het behoeft denk ik daarom wel wat toelichting. Om te zien wat het nu precies is en waarom het zo belangrijk is moeten we eerst eens terugspoelen naar de woelige jaren 90 en het begin van de 00’s.
Om het wat bruusk te zeggen; de jaren 90 waren een culturele clusterfuck. Met de dood van de Sovjet-Unie verdween ‘onze grote vijand’ en daarmee zogezegd ook het spook van nucleaire vernietiging; we hebben het gehaald! Maar dankzij economische recessies in meerdere delen van de wereld voelde voor velen de ‘overwinning’ niet bepaald fantastisch. Het was het decennium waarin zowel Francis Fukuyama als Aum Shinrikyo luidkeels het einde inluidde, maar op nogal radicaal andere wijze, en in het tweede geval met dramatische gevolgen. Oude zekerheden verdwenen, en nieuwe leken nog even op zich te laten wachten. Kortweg; het was nogal een zooitje. Ieder voor zich leek het motto, met een flinke dosis “Wat nu?” Ook in de filmwereld was deze chaos terug te vinden. Het postmodernisme beleefde een hoogconjunctuur en uitte zich in een waaier aan cinematografische uitspattingen. We kregen het absurdisme van The Big Lebowski (1998), de ironische apathie van Clerks (1994), een liefde voor verwijzingen en intertekstualiteit zoals in Scream (1996) en nog een lekker sausje van (cyber)paranoia à la Pi (1998). The list goes on, en je kan er waarschijnlijk zelf nog een hele berg voorbeelden bij bedenken.
Maar een aantal onfortuinlijke gebeurtenissen met wereldwijde gevolgen trokken ons zonder pardon uit de roes van de voorgaande jaren. Zowel apathie als absurdisme leken niet meer voldoende. Als dergelijke postmoderne modi namelijk toch wel één ding deden was het vervreemding opwekken. Vervreemding van je medemens, van je omgeving, van de hele wereld. Welke buzz het filmgaande publiek van die vervreemding ook kreeg, tegen het midden en einde van de 00’s is te zien dat het niet meer voldeed en het aanbod begon te verschuiven. Wat kregen we dan in de plaats van het rariteitenkabinet van de jaren 90? Een greep uit het aanbod: Napoleon Dynamite (2004), Little Miss Sunshine (2006), Jarhead (2005), Juno (2007), Eternal Sunshine of The Spotless Mind (2004) en The Wrestler (2008). Op eerste gezicht lijkt dit een grabbelton aan films. Rauwe drama’s, quirky tienerfilms, een dramady, en zelfs een oorlogsfilm. Maar in de kern delen ze wat je een moraal zou kunnen noemen: weg met de vervreemding, weg met de apathie en lang leve ongeveinsde, luide emoties. En het is precies deze moraal die de kern van de Nieuwe Eerlijkheid vormt; it’s cool to care.
In komedies in de stijl van Napoleon Dynamite, Little Miss Sunshine en Juno, en de verdere filmografie waarmee Michael “De Koning Van Cringe Comedy” Cera furore maakte, laten odd duck-characters zich zonder gêne zien, al dan niet na het overwinnen van die gêne. Het maakt in ieder geval resoluut korte metten met het Clerks-type adolescent. Jarhead en Eternal Sunshine zijn, wellicht onbedoeld, nog wel sterkere voorbeelden van hoe de Nieuwe Eerlijkheid zich afzet tegen postmoderne vervreemding. In Jarhead zien we er een soldaat compleet aan ten onder gaan; oorlog en dienen in het leger blijken verder af te staan van waar hij zich aanvankelijk op had voorbereid, en zijn vervreemding van zijn omgeving doet hem uiteindelijk niets dan kwaad. Het doet weg met de klassieke heroïek die we van oorlogsfilms verwachten en de dramatische emoties die daarbij komen. Saving Private Ryan (1998) is daar een mooi voorbeeld van. Een oorlogsfilm in de stijl van de Nieuwe Eerlijkheid trekt zich echter terug, krimpt in, duikt in de hersenpan van haar hoofdpersonages en wil ons zonder blikken of blozen laten zien wat daar nu echt in omgaat. En ja, dat is niet altijd even spannend, maar het is wel simpelweg menselijk. Eternal Sunshine is nog explicieter. Daarinproberen de twee hoofdpersonages zich letterlijk van elkaar te vervreemden. Maar, spoiler alert, we krijgen uiteindelijk expliciet de boodschap mee dat met elkaar proberen te verbinden toch een meer waardevolle optie is. Dan heb je nog films als The Wrestler die een rauwheid en emotionele naaktheid neerzetten die ook typisch is voor de Nieuwe Eerlijkheid. Het leven van Randy “The Ram” mag dan wel een puinhoop zijn, de film weigert resoluut om te vervallen in eindeloos gedweep of oeverloos medelijden; ja het leven is kut, maar we maken er het beste van nondeju. Ook al zijn we dan wel geen pro-worstelaars geweest, zo’n houding tegenover het dagdagelijkse bestaan is toch ontzettend herkenbaar.
En zie daar; de Nieuwe Eerlijkheid is gearriveerd. We hebben dus te maken met een zeer brede culturele stroming die meer weg heeft van een moraal dan een duidelijke set aan conventies. Een moraal van emotionele openheid, emotionele down-to-earthness en aandacht voor je medemens. De Nederlandse volkszanger Ramses Shaffy bezong het decennia geleden al: zing, vecht, huil, bid, lach, werk, en bewonder. Binnen le cinéma uit deze moraal zich dan ook in een regenboog aan verschillende films uit allerlei genres.
Dat wil natuurlijk niet zeggen dat het onder de vleugels van de Nieuwe Eerlijkheid alleen maar goed vertoeven was voor de cinefiel. Zo kende deze periode een ongekende heropleving van de rom-com. Natuurlijk zijn rom-coms als zodanig niks nieuws, of per definitie waardeloos. In de jaren 30 konden we al lachen om satirische ’screwball komedies’ en vanaf de jaren 70 deed Woody Allen ons grinniken met ironische exegeses over zijn eigen liefdesleven. Wat zet de rom-coms, en romantische films als zodanig van de 00’s dan apart? Awkward personages en zoetsappigheid in overvloed, maar je kan het samenvatten met een centraal element van de Nieuwe Eerlijkheid: die emotionele openheid. Waar de liefde in bijvoorbeeld Manhattan (1979) nog relatief koeltjes is, strooit de “romantische film 2.0” met de ene romantische hyperbool na de andere. Bij geen enkel figuur is dat zo goed te zien als bij zowel beroemde als beruchte schrijver Nicholas Sparks. De vehikels gebaseerd op zijn boeken, zoals The Notebook (2004) en Dear John (2010), bleven de afgelopen tien jaar maar dollars printen; hoe hard critici ze ook mochten afbranden. Populair of niet, ze laten zonder meer een filmische zwakte zien van de Nieuwe Eerlijkheid. De drang om emoties in alle hevigheid te tonen maakt het gemakkelijk om emotionele openheid in een nieuw soort schmaltz te doen vervallen in de stijl van de Duitse Heimat-cinema van de jaren 50. Nu is het ook niet helemaal verwonderlijk waarom een dergelijke franchise juist nu goed boert. In woelige tijden doet escapisme het altijd goed, en na 9/11, Madrid, Londen en ‘de crisis’ van 2008 is voor velen een dergelijke tijd aangebroken.
Maar we zijn nu ruim een decennium verder sinds die schattige finale van Little Miss Sunshine, en geen enkele culturele stroming is statisch. Ze muteren onherroepelijk in iets anders. Hoe pakte dit uit voor de Nieuwe Eerlijkheid?In haar evolutie de afgelopen tien jaar lijkt het een duistere schaduwzijde te hebben gekregen die steeds meer de overhand krijgt. Bij zo’n evolutie hoort natuurlijk ook een nieuwe benaming, en voor deze zou ik “het Nieuwe Cynisme” willen voorstellen. Deze nieuwe dark side is al te zien in de 2011 film God Bless America,de Falling Down (1993)voor een nieuw tijdperk met een extra dosis niet-heel-subtiele sociale kritiek. Maar ook steeds meer recente films als Birdman (2014), Three Billboards Out of Ebbing, Missouri, (2017) I Don’t Feel At Home On This World Anymore (2017), mother! (2017), The Killing Of A Sacred Deer (2017) en Annihilation (2018)lijken doorspekt met een donker cynisme en/of fatalisme. Niet alleen doen ze niks om dat te verbergen, net zoals de Nieuwe Eerlijkheid, ze lijken er soms ook nog eens dubbel en dwars van te genieten. Ook in de ‘cinema van het kleine scherm’ is dit merkbaar. BoJack Horseman, Rick & Morty en Game Of Thrones zijn drie iconische series van onze tijd die je allemaal een ongeveinsd fatalisme en nihilisme voor de voeten werpen. Zie hier de wereld: huil, lach, schreeuw, scheld, en deal with it. Dat is het ethos van het Nieuwe Cynisme.
Of deze trend zich doorzet is natuurlijk nog maar de vraag, maar om het op een spoiler-vrije manier te zeggen: zelfs de grootste box office-kanonnen van 2017 én 2018 hebben nou niet bepaald eindes die we gewoon zijn uit die franchises. En met de langzame verschuiving van 80’s nostalgie naar 90’s nostalgie drijft er langzaam ook weer een walm aan ironische apathie het populaire bewustzijn in. Depressie is een aesthetic geworden, en de films en series die men kijkt beginnen dat steeds meer te reflecteren. De Nieuwe Eerlijkheid is absoluut nog niet dood, getuige films als Swiss Army Man (2016), die haar ongeveinsde emotionele boodschap wel in een dikke laag absurdisme steekt, of de populariteit van series als Parks And Recreation. Maar haar culturele invloed begint steeds verder af te kalven ten gunste van de ennui van het Nieuwe Cynisme. Maar uiteindelijk zal ook die cyclus, als het Nieuw Cynisme überhaupt doorzet, ook eindigen. Als we iets van de Nieuwe Eerlijkheid kunnen leren is dat er altijd wel licht aan het einde van de tunnel komt, hoe quirky of onverwacht het er ook mag uitzien.
Geschreven door Bas Pelle